top of page
Foto van schrijverKristian Esser

Tijdmachine


Het is alweer een tijdje geleden dat ik twee dagen achter elkaar ademloos heb geluisterd naar keynotes over de toekomst van technologie tijdens de conferentie Brave New World. Nu het tijd heeft gekregen om te bezinken heb ik mijn aantekeningen tevoorschijn gehaald en de tijd genomen om alles weer goed door te nemen.


Bij gesprekken over het verleden, zijn onze referentiemodellen duidelijk, ze helpen ons om de verhalen in een begrijpelijke context te plaatsen. Wanneer we gesprekken hebben over de toekomst gebeurt er iets geks. We raken onze referentiepunten kwijt en hebben moeite om wat we horen te kunnen plaatsen, laat staan om het goed te begrijpen. Om de toekomst te accepteren moeten we de horizon verbreden en onszelf de vrijheid geven om nieuwe denkbeelden te accepteren. Het is niet makkelijk om te accepteren dat oplossingen kunnen komen van ontwikkelingen die we nu als onmogelijk beschouwen. Fascinerend om te ervaren hoe mensen tijdens zo’n conferentie in de koffiepauze met elkaar praten over cyborgs, synthetische organen, mechanische geesten en kunstmatige intelligentie. Dit soort onderwerpen nemen ons mee naar andere werelden, of beter gezegd, naar wat binnenkort onze wereld zou kunnen zijn.


Ik ga er elk jaar naartoe in de hoop te horen wat ik over het hoofd heb gezien. Het is namelijk zo dat veel uitdagingen die we nu tegenkomen een lange incubatietijd kennen. Proberen in te schatten wat er gaat komen geeft ons een beetje voorsprong tot het vinden van oplossingen. Die oplossingen hebben op hun beurt weer tijd nodig om te kunnen werken en gezien de snelheid van de ontwikkelingen komen we tijd te kort. We hebben een tijdmachine nodig, en dat ingenieuze apparaat heet technologie. Het enige is dat we nog niet altijd weten hoe we het moeten gebruiken.


De tijdmachine


Het is geen toeval dat tijd een van de thema's is waar ik mij de laatste tijd op richt.

Naar mijn idee is tijd een van de fundamentele scharnieren in de relatie die we hebben met technologie. Op basis daarvan zullen we beslissen hoe we ons gaan verhouden met intelligente technologie. We zullen voortdurend moeten gaan onderhandelen met technologie, en de inzet is ‘tijd’. Soms moeten we vertragen en soms versnellen. Soms zullen we onze ruimte moeten claimen en soms zullen we de tijdmachine op ‘quantum speed’ moeten instellen.


We worden steeds vaker op een diepere laag verbonden met technologie. Met biotechnologie hebben we het geheim van het leven gekraakt. We zijn bijvoorbeeld in staat nieuwe organen te ontwerpen. Het leven wordt al kunstmatig gereproduceerd. De ‘chimera’ (monster uit de Griekse mythologie, dat dichters omschreven als dier met een leeuwen snuit, een geiten lichaam, een drakenstaart) is niet langer alleen een mythologische figuur, die kunnen we in zekere zin al zelf creëren. Recente studies hebben aangetoond dat het mogelijk zou kunnen zijn cellen te maken die deels van menselijke cellen kunnen ontstaan. Jeroen Gouman van het Rathenau Instituut heeft ons studies gepresenteerd over de hypothese van het creëren van een ‘organenfabriek’ gekweekt uit varkens met menselijke componenten. Het is een ethisch experiment over ons vermogen nieuw leven te kunnen ontwerpen. Dit nieuwe leven heeft een mooi doel, namelijk het maken van nieuwe organen om ziektes te genezen. Maar, wat te doen wanneer de varkens zouden kunnen gedragen als een mens? Hoe gaan we onze beslissingen afwegen?

Dit gedachtenexperiment is ontstaan met de wetenschap dat het genetisch al voorkomt dat wij mensen uit meer dan alleen onszelf kunnen bestaan. Zo zijn er bijvoorbeeld mensen die cellen van hun overleden tweelingbroer of -zus tijdens de zwangerschap hebben geabsorbeerd wat terug te lezen is in genetische data. Een soortgelijk fenomeen gebeurd wanneer er een stamceltransplantatie plaatsvindt.


Controle


De wens om controle te hebben over het leven is niet vreemd wanneer je de geschiedenis van de mensheid naloopt. Gek genoeg hebben we al, hoe gruwelijk het ook kan zijn, controle over de dood. Joice Nabuur, onderzoeker bij het Athena Institute & Next Nature Network, illustreert met Reprodutopia de mogelijkheid om een ​​zwangerschap volledig buiten het menselijk lichaam te kunnen uitvoeren. Wat mij het meeste heeft geraakt is om te zien hoe de verhouding tussen man en vrouw fundamenteel wordt ontwricht. Waar nu de relatie van de moeder heel fysiek is, wordt in dit nieuwe model zowel de vader als de moeder in een gelijke situatie geplaatst. Beide ervaren de zwangerschap op dezelfde manier waardoor al in het voorstadium een gevoel van gelijkheid ontstaat. Dit gebeurt omdat de foetus zich buiten het lichaam van de moeder ontwikkelt en beide ouders als het ware toeschouwers zijn van het proces. Dat gevoel kan ertoe leiden dat het vanzelfsprekend wordt om de familietaken bij het opgroeien van kinderen ook anders zullen worden ingericht. Deze ‘gelijke positie’ kan ook invloed hebben op hoe we ons leven gaan organiseren na het krijgen van een kind. Huiselijke taken maar ook werk buiten het huis kan hierdoor worden beïnvloed. De aanleiding om tot dit idee te komen is te vinden bij een ander experiment waar een lammetje volledig buiten de baarmoeder is gegroeid. Een interessante verdieping hierover vind je in dit artikel.

Mocht je hier meer over willen opzoeken, gebruik dan de term Ectogenese.


Darwin


Maar waarom hebben we zo’n drang om te willen experimenteren met technologie? Zijn we op zoek naar manieren om ons te kunnen aanpassen gezien we het volgens het traditionele evolutie pad het niet gaan halen in deze veranderende wereld? Zijn we getuige en makers van een exponentiële Darwiniaanse evolutie?

Peter Paul Verbeek, hoogleraar technologische filosofie en co-directeur van DesignLab aan de Universiteit Twente, verwijst juist naar Darwin en presenteert drie fundamentele domeinen die onze toekomst beïnvloeden. Dit zijn het organisme, de maatschappij en de aarde. Door op deze domeinen te focussen kunnen we beter begrijpen wat de implicaties zijn van de veranderingen.


Het organisme bestaat al heel lang maar er komen nieuwe vormen bij, technologische varianten die door ons zijn gecreëerd. De combinatie van artificial intelligence en biotechnologie kunnen menselijke eigenschappen aan technische wezens toevoegen en omgekeerd, zoals we dat kunnen zien bij cyborgs.


De maatschappij verandert wanneer grote ontwikkelingen elkaar treffen en versterken. Dit hebben we al gezien toen bijvoorbeeld het gedrukte boek zijn intrede deed en we daardoor in staat waren om kennis makkelijk en goedkoop te verspreiden. Ook de komst van elektriciteit heeft enorme invloed gehad op de wereld. De fase waarin we ons nu bevinden kent energie, vervoer en data als grote transformatie drivers.


Als derde, de aarde. De natuur is complex en kan ons veel meer leren dan we denken. Wij zijn te gast bij de natuur en hebben de plicht om zoals elke goede gast het ‘huis’ netjes achter te laten. Klimaatverandering laat zien dat we hier niet in zijn geslaagd en dat aanpassing in ons gedrag noodzakelijk is geworden. De aarde zal ons echt overleven maar overleven wij op aarde?


Het is vermoedelijk dat als gevolg van dit alles veel aandacht is voor biotechnologie, waarbij ‘nature mimicry’ (het imiteren van de natuur) de basis vormt voor haar voortgang. Neem bijvoorbeeld de mogelijkheid om nieuwe organen te ontwikkelen voor het bestrijden van ziektes. Zonder in te gaan op de ethische vraagstukken, deze reproducties die organoids heten zijn synthetische organen gemaakt door menselijke stamcellen en in staat om als kloon te fungeren van onze eigen organen. We gebruiken organoids om de effecten van een behandelingsstrategie uit te proberen voor we dat op de persoon zelf gaan doen. Elsa Sotiriadis lanceert het gedachtenexperiment onze organen zelf te laten groeien en noemt het Grow it yourself. Overtuigd in de exponentiële kracht van onderzoek en technologische evolutie denkt ze dat het een reële kans is dat ieder mens op termijn dat zou kunnen gaan doen. De gedachte hierachter resoneert met de ‘digital twins’ ontwikkelingen die ook terugkomen in de meer reguliere data ontwikkelingen. We kunnen kopieën maken van datasets en die gebruiken in de testfase. Bijzonder nuttig volgens mij. Maar het is Sarah Boers die mij aan het denken heeft gezet over één van de belangrijkste vragen van de conferentie.


Wie is de maker van de toekomst en kan er eigendom worden geclaimd?


Eigendom


Een machine kunnen we bedenken, patenteren, ontwikkelen en verkopen. Maar wat gebeurt er als we een ‘organoid’ maken? En als we deze nieuwe 'producten' creëren, wat voor soort nieuwe markten gaan er ontstaan? Een kopie van mijn lever is misschien geen persoon, maar het is zeker geen object. Als er intellectueel eigendom bestaat om de oorsprong en eigenschap van een idee beschermen, kunnen we veronderstellen dat DNA het copyright van een organoid is? Welke wetten creëren we om de evolutie te beschermen? De paradox is dat de natuur haar eigen wetten en haar eigen ‘natuurethiek’ heeft gecreëerd. Zijn wij onbewust de nieuwe evolutie wetten aan het maken? En kunnen we dat?


Zoals je ziet stapelen de vragen zich op, en de druk om antwoorden te krijgen zal groeien. Daar is veel werk voor nodig, veel overleg en veel discussie.

Maar zoals eerder gezegd is het best ingewikkeld om antwoorden te krijgen op wat er nog niet is. Om dat te kunnen doen wordt het vermogen aangesproken om te kunnen verbeelden wat er nog niet is. Niet iedereen kan dat. Daarom ben ik zo’n fan van conferenties als Brave New World.


Ik krijg de indruk dat wij de levende wezens zijn met de grootste afstand tot de natuur. We hebben veel zintuiglijke talenten verloren en ingewisseld met ons denkvermogen,vertrouwend dat het ons de juiste richting zal geven. Het lijkt dat we geen natuur meer zijn maar die alleen maar bestuderen. Geobsedeerd door alles te willen begrijpen, transformeren we soms wat ‘is’ in wat we ‘willen dat het is’. We moeten meer vertrouwen op onze zintuigen en zo nu en dan meer afstand creëren van onszelf om ruimte te geven aan reflectie. Maar afstand van onszelf is paradoxaal!


Wat gebeurt er wanneer we dat wel voor elkaar krijgen?


De geit


Thomas Twaites stelde zichzelf deze vraag en offerde een deel van zijn tijd op om een ​​geit te zijn. Thomas is een ontwerper en past het principe van ‘speculatief design’ toe. De gedachte bij speculatief design is om nieuwe omstandigheden te creëren waardoor we gedwongen worden om nieuwe denkpatronen te ontwikkelen. Thomas stortte zich volledig in ‘de geit’ en ervoer uit eerste hand alles wat nodig was om daadwerkelijk geit te zijn. Van het aanpassen van voeding tot aan het ontwikkelen van de juiste bescherming tegen de kou. Zelfs het maken van protheses die nodig waren om als een geit te kunnen klimmen, maakten deel uit van dit experiment. Hij ontdekte uiteindelijk wat het betekent om niet langer ‘mens’ te zijn, en kon met die afstand weer naar zichzelf kijken.

Gelukkig hoeven we niet massaal de bergen op te klimmen, er zijn kunstenaars die het voor ons doen. Hij heeft zijn ervaringen in een boek beschreven waarin het niet gaat het t om conclusies te trekken maar om vragen bij ons op te laten komen.

Zijn site vind je hier.


De wens om dichter bij de natuur te staan is aan het groeien en dat is te merken in ons dagelijks leven. Je eigen groenten verbouwen, het vergroenen van de steden, schoon willen reizen, zijn maar een paar van een serie fenomenen die niet onopgemerkt aan ons voorbij kunnen gaan. Veel van de antwoorden die we zullen krijgen vinden in de natuur hun oorsprong.

De aarde is sterk en hoe meer we ontdekken hoe vaker we verbaasd staan kijken hoe systemen in de natuur werken. Ik ben bijvoorbeeld altijd er van overtuigd geweest dat een symbiose in de natuur een evenwichtig en zeer altruïstisch model was. Een model dat door de jaren heen alle individuele belangen heeft gebalanceerd om een ideaal ecosysteem daarvoor terug te geven. De ‘natuurethiek’ waar ik het eerder over had. Nou… niets is minder waar!

Toby Kiers, hoogleraar Evolutionaire ecologie, heeft me volledig in verwarring gebracht. Ik wist niet wat ik hoorde.


Toby heeft een onderzoek gedaan naar hoe schimmels zich ontwikkelen en hoe ze omgaan met de omgeving waarin ze groeien. Wat blijkt, schimmels en bomen vormen met elkaar een handelssysteem dat vergelijkbaar is aan de dynamiek van Wall Street. Schimmels kunnen keuzes maken met welke boom en wanneer welke stoffen worden uitgewisseld, en uit verder onderzoek blijkt dat ze vaak keuzes maken die voor hen voordelig zijn. Ze reageren als het ware op de wet van vraag en aanbod door pas hun stoffen aan bomen te geven wanneer de tegenprestatie het hoogst is.


Ik raad je echt aan om haar talk op TED te bekijken, er gaat een wereld voor je open.


Dichter bij onszelf


Maar laten we een stap dichterbij komen. Welke relatie hebben we met onszelf nu technologie ons lichaam en wellicht onze ziel binnendringt? We zijn met de wetenschap doorgedrongen tot in de kleinste deeltjes, we hebben ons DNA ontcijfert en zijn in staat om met technologieën als Crispr-Cas9 het naar onze smaak opnieuw samen te stellen, en daarmee het evolutionaire pad van de mens te beïnvloeden. Het nieuws dat ze in China het DNA van een foetus hebben aangepast waardoor het immuun is voor het HIV-virus, heeft de wereld geschokt. De legitieme vraag over de ethiek van deze handeling heeft ons doen nadenken. Kunnen wij de gevolgen van onze acties overzien?


Hoogstwaarschijnlijk is het antwoord nee, maar we blijven ontdekkingsreizigers met de eeuwige wens om grenzen te verleggen en waarschijnlijk is het nu ook noodzaak om dat te moeten doen. We moeten oplossingen vinden voor de problemen die we zelf hebben gecreëerd of nog gaan creëren. We moeten de tijdmachine inzetten. Bij dit besef en wie weet, noodzaak, komen er nieuwe gedachten net als bij Elon Musk. Hij investeert en onderzoekt de mogelijkheid onze hersenen te kunnen downloaden. De gedachte is om onze kennis, dat gezien wordt als data, te transporteren indien nodig naar een andere entiteit.

Data en intelligentie komen zo heel dicht bij elkaar en gelet de exponentiële groei van de kracht van computers (binnenkort hebben we quantum computers) kunnen ze samen heel slim worden. Althans, volgens dit denkpatroon.


Volgens Max Welling, computer wetenschapper in ‘machine learning’ aan de University of Amsterdam, zal in 2025 de rekencapaciteit van een computer het niveau van onze hersenen aan kunnen. De combinatie van rekenkracht en evolutie van ‘machine learning’ zullen dat mogelijk maken. Veel filosofen hebben het voor ons al in kaart gebracht. Copernico stelde de wereld centraal, Descartes de mens (cogito ergo sum), maar nu haalt Turing (dat symbool staat voor neurale technologie) ons weg van die positie. Is technologie het volgende middelpunt?


Android


Je hebt misschien al eerder gehoord van Sofia, de robot dat door de bewindvoerders van Saoedi-Arabië als ereburger is erkend. Sophia heeft een nichtje, haar naam is Bina48. Ze is een android ontworpen naar voorbeeld van haar bedenker en is in de leer om mens te worden. Zij verwezenlijkt onze zoektocht naar onsterfelijkheid, ons verlangen om onszelf door te willen geven aan toekomstige generaties. Gevoed met een algoritme dat zichzelf doorontwikkeld met behulp van ‘machine learning’ dat leert van de interacties die zij met met mensen, genereert Bina48 antwoorden. Niet door die op te roepen uit een archief maar door die zelf te genereren. Naast haar vermogen om die antwoorden te geven en om te zetten in spraak, geeft ze met gezichtsuitdrukkingen ook haar emoties door. Je krijgt het gevoel met een echt mens te spreken, en in zekere zin klopt het ook een beetje. Een ‘digital twin’ van haar schepper.


De wens voor onsterfelijkheid is diep geworteld. Alhoewel het in deze tijd het allemaal hoog technologisch overkomt, is deze wens al eeuwen oud. De prehistorische schildering van een hand op de muur van een grot, de Egyptische piramides, de dodenmaskers, onze biografieën. We hebben dit verlangen altijd al gehad. Maar we staan aan de vooravond van een grote kanteling. Daar waar communicatie altijd één kant op ging, komen we nu dichter bij een gesprek met degenen die er fysiek niet meer zijn. Ruimte en tijd komen bij elkaar.


Dalì


Een treffend voorbeeld, mooi in zijn eenvoud, is het gebruik van deep fake technologieën om Salvador Dalì weer weer tot leven te brengen. Dit project ontwikkeld door The Dali Museum in St. Petersburg, Florida spreekt enorm tot de verbeelding. In het museum sta je ineens oog in oog met de kunstenaar, hij praat met je – via een levensgroot scherm – over wat er nu speelt, alsof hij nog leeft. Het is nog geen dialoog maar de afstand tot hem wordt enorm verkleint omdat we sterk het gevoel krijgen dat hij leeft. Juist omdat het een levensechte film is (een hologram had het nog niet voor elkaar kunnen krijgen) geloven we zonder twijfel wat we zien. Daarbij is de keuze voor Dalì ook enorm treffend gezien hij een van de belangrijkste exponenten is van de metafysische en surrealistische kunst. Het principe als ‘spacetime’ (Einstein en de relativiteitstheorie) zijn magistraal gebruikt in zijn schilderij ‘The Persistence of Memory’.

Doe jezelf een plezier en bekijk hier de film op YouTube.


In het voorbeeld met Dalì kun je het gesprek niet met hem aangaan, maar wel met Replika. Het is een door een Amerikaanse ondernemer ontwikkelde chatbot met een bijzonder verhaal.

Op een bepaald punt in haar leven verloor ze haar beste vriend met wie zij een zeer sterke off- maar ook online relatie had. Na zijn plotselinge dood las Eugenia (zo heet de ondernemer die het idee heeft ontwikkeld) af en toe terug in de timeline van hun discussies. Dit deed ze om herinneringen terug te halen, om het verleden opnieuw te beleven. Op een gegeven moment kwam ze op het idee om een ​​chatbot te ontwikkelen dat net zo zou reageren als hij zou doen. Ze was op zoek naar een ervaring dat haar nog dichter bij hem zou krijgen. De chatbot heeft ze ontwikkeld door gebruik te maken van alle gesprekken uit het verleden en die door ‘artificial intelligence’ te laten gebruiken als referentiemateriaal. Op deze manier heeft zij in zekere zin haar vriend weer tot leven gebracht. Na dit experiment heeft ze besloten om een doorontwikkelde versie van de chatbot in de markt te brengen en de mogelijkheid te bieden om je eigen chatbot te maken. Een kopie van jezelf. Het experiment is interessant omdat het de gelegenheid biedt om met onszelf te praten. Ik vind dit echt fascinerend. Je wordt een beetje geit zullen we maar zeggen.


Wil je het uitproberen? Kijk dan op Replika.


Al deze voorbeelden zijn gericht om onze kennis buiten ons lichaam te reproduceren. Maar wat wanneer we technologie in ons lichaam integreren met hardware die onze functies kan vervangen? Wat gebeurt er wanneer we echt cyborgs worden?


Daar wordt aan gewerkt.

Er is al bij een laboratorium een muis met een functionerende prothese van het hippocampus gemaakt, wat in een zekere zin betekent dat er gewerkt wordt aan een kopie van ons brein. Hoewel rudimentair en in een primordiaal staat, vertelt Randal Kone (verbonden aan de organisatie https://carboncopies.org) dat hun doel volledige hersen enemulatie (WBE, Whole Brain Emulation) is.


Het zijn de eerste voorzichtige stappen en Ronald staat er niet alleen voor. Overal ter wereld zijn dit soort onderzoeken in gang gezet. Er wordt veel geld en energie hieraan besteed.


Wanneer ik over onze verbinding met technologie praat gebruik ik vaak het woord ‘relatie’. Het is geen toeval, integendeel. Het woord is zorgvuldig gekozen.


Relatie


Wanneer er sprake is van een relatie tussen personen komen daar snel emoties en gevoelens bij kijken. Onze relatie met technologie heeft een hele andere vorm. Op z’n hoogst vinden we emotie terug door een naam die we aan een geliefd voorwerp geven. Vraag maar bij het eerstvolgende familiefeest en kijk er niet van op wanneer dat ook is bij wie je het niet zou verwachten. Maar je leest het al in dit artikel, sensing, thinking, feeling, komen steeds vaker voor in technologie. Is het beweging of stem of zelfs emotie, er komen steeds meer sensoren die dat registreren en direct doorgeven aan je computer. En via deze verbindingen vertrouwen we steeds meer aan de technologie toe. De primaire reflecties om onszelf te beschermen geven we al door aan een zelfrijdende auto’s die sneller en beter kunnen remmen wanneer er gevaar is. En zo krijgt een auto niet alleen een naam, maar wordt een maatje dat ons in bescherming neemt. Deze verschuiving is voor mij de aanleiding om onze verbinding met technologie als relatie te omschrijven.


Zoals in elke relatie zullen we voortdurend op zoek zijn naar het balans dat nodig is voor een gezonde verhouding. Het is mijn overtuiging dat ‘tijd’ een van de waarden is om die balans te borgen.


Wij zijn biologisch met de tijd verbonden, we hebben 24 uur per dag en leven op het ritme van de tijd. We staan op en we gaan weer slapen, elke dag weer tot aan onze dood. Wij mensen kunnen geen extra uur per dag creëren, nu niet, over 100 jaar niet. Ritme is voor ons vitaal.


Voor technologie is dat niet zo. Een minuut voor technologie vandaag kan misschien over een paar jaar een seconde zijn. De wet van More geeft aan dat de rekenmogelijkheden van computers elk jaar dupliceren. Met de komst van de kwantumcomputer zal deze groei nog verder toenemen. Wat een computer vandaag in één minuut doet, doet het morgen in een seconde, enzovoort.


Biologische en technologische tijd lopen niet synchroon. Onze waarden komen niet overeen. Wanneer we een gezonde relatie willen, moeten we hierover afspraken maken. Als we samen met technologie de reis naar de toekomst gaan maken, zullen we rekening met elkaar moeten houden.


Een praktisch voorbeeld is de afhankelijkheid van sociale media. We consumeren informatie aan de lopende band en gunnen onszelf niet de tijd voor reflectie. Het Onze timeline te checken is een automatisme geworden. Ritme dat vaak gedicteerd wordt door een impuls dat verdacht veel op verslaving lijkt. Ook de tijd die we nodig hebben om informatie te valideren hebben we laten vallen met als gevolg dat alles waar blijkt te zijn en daarom alles ook vals kan zijn. We worden onverschillig en dat maakt ons apatisch.


Mocht je geïnteresseerd zijn heb ik hierover een lezing ontwikkeld wat dieper ingaat op deze gedachten.


Prikkels


We kennen in principe twee fundamentele prikkels. Dat zijn ‘plezier’ en ‘angst’. Angst, alhoewel het een belangrijke trigger is om hele snelle reflecties aan te sturen, borgt zich langzaam in ons geheugen. Plezier daarentegen heeft veel snellere kenmerken en is verbonden aan verslavingen.


Magriet Sitstkoorn, professor neuropsychologie, legt uit hoe ons brein hierop reageert.

Beide emoties bevinden zich in het diepste deel van onze hersenen en worden voortdurend geactiveerd om beslissingen te nemen. De technologieën die ons omringen en het ritme van de informatie dat ons bereikt, geven ons niet langer de tijd om na te denken over wat er wordt gecommuniceerd en ontneemt ons vermogen om het in ons geheugen op te slaan. Daarnaast krijgen we ook veel informatie dat niet waar is, waardoor we voortdurend in verwarring worden gebracht.


Wanneer we voortdurend onze brein belasten met snelle informatie, dat vaak gericht is om het plezier in onze verslaving aan te wakkeren, zijn we niet meer in staat om die informatie te processen en te laten landen voor zingeving.


Propaganda? Religie? Kunnen we informatietechnologie zo benoemen? Hebben we het over God Google (zag laatst een mooie conferentie van Pieter Derks waar dezelfde analogie in voorkwam) en Facebook Religie? Worden cyborgs onze priesters?


Ach, hoe meer je er over schrijf, hoe meer apocalyptisch het wordt. Volgens Nick Bostrom kan artificial intelligence dat geprogrammeerd is om een paperclip te ontwikkelen de mensheid kunnen laten vergaan. Maar ik wil positief blijven. We moeten bewust blijven van het feit dat wij de makers van dit alles zijn. Gebruik daarom vaak deze passage in mijn lezingen:


AI leert van data

Wij maken data

Wij zijn de maatschappij

Slechte maatschappij slechte data

Slechte data

Slechte AI


En laten we niet vergeten dat er ook andere vormen van intelligentie zijn. Nee niet buitenaards maar hier op aarde, we begrijpen het alleen nog niet goed.

Als Toby haar onderzoek over schimmels niet had gedaan achtte ik paddenstoelen echt niet in staat om te onderhandelen.


Laten we snel leren om onze tijdmachine op gang te krijgen, ik ben een optimist.


Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
bottom of page